Toepassingskaart 2: Interview met de mentor

Toepassingskaart 2: Interview met de mentor

 

SFEER

1. Ben je tevreden over de sfeer in jouw groep?
Over het algemeen wel. Soms zijn er ook wel momenten waarbij ik denk dat er een paar zijn die de sfeer wat minder kunnen maken.  Over het algemeen heb ik het idee dat er wel een fijne sfeer hangt.

2. Waarop baseer je dit oordeel?
Op de reactie van kinderen, van ouders. Ik heb het idee dat iedereen gewoon met plezier naar school komt.

3. Indien de groepssfeer als positief ervaren wordt, hoe houd je de sfeer in stand?
Door ook tijd te maken voor leuke dingen. En ook op een positieve manier de kinderen te benaderen.

4. Welke kinderen kunnen op den duur een negatieve invloed krijgen op de sfeer in de klas?
Ik denk dat er wel een paar kinderen zijn, ook als ze weer een paar jaar groter zijn, dat die wel flink in de gaten gehouden moeten worden. Ja. P is heel wisselend en kan ook heel erg… Ja als hij zo’n dag heeft. Hij hangt nu wel, gaat de laatste tijd best wel goed. Maar als ie een paar slechte dagen heeft, ben je af en toe achter elkaar op hem aant mopperen, dan wordt je daar zelf ook wel een beetje kribbig van. En dat is dan voor de rest ook niet leuk. Ze zitten dan ook echt te wachten tot hij weer een keer klaar is met zijn gedoe.

En S ook. Iedereen weet wel hoe hij is. En ze hebben hem geaccepteerd zoals hij is. Het kan ook best wel invloed krijgen. En de combinatie van sommige, die heel erg op elkaar reageren. S en P kunnen zo’n dag hebben. T, N en Th met z’n drietjes. En eh de meiden in deze groep valt wel mee. Over het algemeen valt het in deze groep wel mee.

RELATIE MET DE KINDEREN

5. Met welke kinderen heb jij een goede relatie?
Over het algemeen met allemaal. Ik denk ook dat ik ze allemaal hetzelfde behandel enne. Ten minste dat hoop ik. En dat er niet iemand is die er echt uit springt naar boven of naar beneden.

6. Met welke kinderen laat die relatie te wensen over? Waarom?
Naja ja eigenlijk hetzelfde. Ik hoop niet echt dat iemand datzelfde idee heeft. Ik probeer iedereen toch echt hetzelfde te behandelen. Er zijn misschien wel kinderen die het gevoel wel andersom hebben. Dat ze bij de ene juf de kinderen hebben er misschien wel meer mee, maar naja tis nou eenmaal zo. Zo lang het voor de kinderen niet al te merkbaar is.

RELATIES ONDERLING

7. Welke kinderen gaan plezierig met elkaar om?
Eigenlijk meestal iedereen gaat wel fijn met elkaar om en zo kunnen ze allemaal met elkaar opschieten. En ja der zijn af en toe, ja er zijn gewoon een paar die kunnen ook meestal heel goed met elkaar opschieten en die spelen juist heel vaak met elkaar, maar andere momenten botst dat juist heel erg. Dan blijven ze elkaar opzoeken, een haat liefde verhouding zeg maar.

8. Welke kinderen hebben voortdurend of vaak problemen met elkaar?
Ja ja, S en P bijvoorbeeld. Die kunnen echt heel goed samenspelen en op eens gaat het fout. En eh Sara en Jelle gaan na school veel met elkaar om en opeens is het dan helemaal over en dan is het ruzie. Maar verder valt het wel mee Nu zijn er een paar die liggen iets minder in de groep, maar het niet echt nee valt wel mee

9. Is er sprake van duidelijke groepsvorming in de groep? Zo ja, hoe is de relatie tussen die groepen?
Nja ik denk wel, Ja er zit wel een groepje met wat popi kindjes erin. Na ja je merkt wel dat als ze zelf groepjes mogen kiezen, dan trekken die kinderen naar elkaar toe en dat kan ook moeilijker zijn voor andere kinderen om daar bij te komen. Maar als ze gewoon iets met ze allen moeten doen, dan gaat dat ook gewoon goed. Dus niet echt op een vervelende manier.

10. Welke kinderen zijn duidelijk eenlingen in de groep? Hoe proberen zij in de groep te komen?
Ja er zijn er wel een paar die buiten de groep vallen, maar die trekken dan ook wel weer buiten met elkaar op. We hebben der niet echt iemand tussen zitten die dan buiten alleen op het schoolplein staat ofzo. Nee, zelfs een Z ofzo. Hij is een beetje anders dan andere kinderen, maar hij trekt wel op met de andere kinderen. Het is niet zo dat hij alleen is.
Hij wordt er door de rest gewoon bij getrokken. Hij zit ook gewoon in deze klaar. Hij hoort er gewoon bij, dat is ook wel een beetje de instelling van deze groep. Eigenlijk is dit een hele fijne klas.

DE GROEP

11. Met welke omgangsregels heeft de groep geen moeite?
Meestal: Aardig zijn tegen elkaar. Interesse tonen in elkaar. Je handen thuis houden. Dat gaat normaal gesproken gewoon allemaal goed.

12. Met welke omgangsregels heeft de groep juist wel moeite?
Ehm.. Soms wel het oplossen van een probleempje, daar komen ze niet zo goed uit. Maarja dat is misschien ook nog wel iets dat ze moeten leren in groep 5. Ten minste wat nog aan het ontwikkelen is.
Als er klassenregels bedoeld wordt: Er zijn er een aantal die erg veel moeite hebben met gewoon op hun stoel zitten.  Gewoon recht zitten, je voeten op de grond en op vier poten zitten. Ja, dat is echt eh daar hebben  er echt een aantal moeite mee. Net als met je vinger opsteken als je iets wilt zeggen. Wat ik heel storend vind, is zachtjes met elkaar praten. Dat kunnen sommigen echt niet. Er moet gewoon meteen getetterd worden. Daar moeten sommige nog wel even aan werken.

13. Hoe is de groep als jij er niet bent?
Je merkt het waarschijnlijk al. Dan denken ze he we gaan eens even een feestje bouwen hier. ‘Als de kat van huis is, dan dansen de muizen op tafel’ (Lln groep  5, 2012). We hebben vorige week spreekwoorden gedaan, dusse vandaar. Ja, klopt.

14. Hoe gaat de groep met elkaar om in de pauze?
Eh in de kleine pauze gaat het eigenlijk gewoon goed en dan zijn er een paar aan het voetballen, een paar aan het dansen en een paar aan het kletsen. Dat wisselt ook en dan doen ze ook met ze allen een spelletje en dan is het heel gezellig.
In de grote pauze, daar ben ik niet bij. Maar dan hoor ik wel veel klachten over dingetjes die gebeuren.

15. Hoeveel tijd besteed je ongeveer in één week aan sociaal-emotionele activiteiten?
Daar ben je ook tussendoor stiekem veel tijd aan kwijt. Gewoon het net even het oplossen van een luizenzak die kapot is getrokken door iemand en dat even uitspreken met elkaar. Ik zou er geen tijd voor kunnen noemen, maar zoveel kleine dingetjes is best wel veel. Trefwoord hebben we dan elke dag. Af en toe probeer ik dan ook wel eens een kanjer activiteitje te doen. Niet heel vaak, maar eens in de zoveel tijd.

16. Zijn de activiteiten van tevoren gepland of ontstaan die spontaan naar aanleiding van gebeurtenissen of incidenten in de klas?
Allebei.

ALGEMENE LEERPRESTATIES (zie bijv. resultaten van leerlingvolgsysteem)

17. Hoeveel kinderen zitten er in de klas? (bij combinatieklassen de verdeling erbij zetten)
26

18. Hoe is het algemene ontwikkelingsniveau in de groep?
Als ik kijk naar de algemene scores, dan zijn er nog een hoop kinderen waar hard aan gewerkt moet worden. Ook de algemene achteruitgang van de wijk.

19. Hoeveel kinderen presteren beduidend boven dat niveau?
Er zijn er wel een paar die eruit springen in vergelijking met de rest van de klas. Dus wel een paar vrij goeie leerlingen in. Maar echt heel goed niet heel veel. Di is wel een slimmerd. Jo scoort goed op taal gebied, maar dan op rekenen weer niet. P gaat ook wel redelijk. Do gaat met der rekenen dan wel weer heel goed, maar met der taal kant dan weer minder.

20. Hoeveel kinderen presteren beduidend onder dat niveau?
JA dat zijn er best wel. Als ik kijk naar de CITO bijvoorbeeld, dan zijn er heel veel die een C of een D scoren, naja nu een 4 of een 5. Als je de lijsten ziet dan denk je: O nee, we doen al zo veel extra, maar ja. Het is onder de inspectie norm.

21. Hoe is daarbij de verhouding tussen de prestaties bij (begrijpend) lezen, spelling en rekenen?
Spelling is over het algemeen er wordt slecht gescoord. Rekenen denk ik over het algemeen ietsje beter. Begrijpend lezen ook weer net ietsje beter dan rekenen, maar eh. Bij rekenen is dat goed te zien in de verschillende groepen.

ORGANISATIE

22. Zijn de kinderen in staat tot zelfstandig werken? Ben je daar tevreden over?
Ja hoor ze kunnen best zelfstandig werken. Als ze weten wat ze moeten doen. Er zijn wel dingen die ze altijd nog wel een keertje komen vragen.

23. Ben jij in staat de zwakkere leerlingen tijdens het zelfstandig werken adequaat te begeleiden? Hoe is die hulp georganiseerd?
Naja tijdens het rekenen geef je instructie en gaan ze daarna zelf aan het werk. En dan werk je tijdens het rekenen al met een zwak groepje en tijdens begrijpen lezen werk je al met een zwak groepje. Met spelling hebben we dan ook in de methode de nivo groepen zitten. Eigenlijk zit het in heel veel methodes al ingewerkt. En normaal als ze geen ipc hebben, hebben we werkhuis en dan doen ze ook altijd met een groepje iets. Werkhuis is zelfstandig werken.
En we hebben natuurlijk ouderhulp. Die komen om met de zwakkere kinderen te zitten lezen, omdat je het anders gewoon ook niet allemaal zelf red, kwa tijd en planning.

24. Zijn er al kinderen in de groep met een eigen leerlijn? Hoe worden die begeleid? Is die begeleiding voldoende in jouw ogen?
Er zijn geen kinderen met een hele eigen leerlijn. Iedereen werkt wel mee in dezelfde lessen, maar ik heb geen kinderen die een eigen leerlijn hebben. Ik denk wel dat het beter voor S zal zijn als zij haar eigen leerlijn zou krijgen op spelling. Net als Z. Ik groep 5 kan iedereen nog redelijk mee komen.

25. Hoe worden de leerlingen die erg snel zijn en erg goed presteren opgevangen? Zijn jij en de kinderen daar tevreden over?
Ze hebben extra uitdagend werk. Bij rekenen hebben ze een boekje en mogen ze zelf pakken als ze klaar zijn. Voor de sterke kinderen zit daar uitdagend werk in en voor de zwakkere kinderen zit er herhalingswerk in. Ik denk dat dat voor iedereen wel een goede oplossing is.

OVERZICHT SPECIFIEKE BEHOEFTEN

26. Welke leerlingen in de groep hebben specifieke behoeften? Op welke gebieden? (leerprestaties, gedrag / werkhouding)
Leerprestaties. Een hele boel. Gedrag: S en P hebben een beloningssysteem. Ch haar tempo en bij De ook.

INDIVIDUELE LEERPRESTATIES

27. Op welk(e) leerstof gebied(en) hebben die kinderen behoefte aan een specifieke aanpak?
Er wordt bij een heleboel zeg maar extra gedaan. Extra instructie en extra uitleg.

28. Is er bij sommige leerlingen een duidelijk verschil in klassenprestaties en de scores op de screeningsonderzoeken (bijv. leerlingvolgsysteem)? Heb jij daar een verklaring voor?
Over het algemeen loopt het bij de meeste wel gelijk. We hadden er vorige periode eentje en die had echt op de rekenen een D gescoord. Daarbij hadden we wel zo iets van dat is niet nodig. Die scoort op de methode toetsen wel veel beter. Ze maakt zich dan heel druk. Stresskipje.

29. Zijn de zwakkere leerlingen nog gemakkelijk door jou te motiveren? (per kind nalopen)
Eigenlijk wel. Er zijn geen kinderen die hele erge motivatie problemen hebben. Ch moet je af en toe wel even op der kop zitten. Echt even aan het werk zetten, maar als ze dan aan het werk is, dan doet ze het ook wel.

30. Hoe ervaren die leerlingen hun leerproblemen?
Er zijn er wel een paar die… Naja ik heb vorige week K gehad die kreeg der rekentoets terug, een vier, dat is gewoon haar zwakke kant. En helemaal in tranen: O en nou blijf ik zitten, want dat hadden de andere kinderen gezegd. Ni heeft af en toe ook wel eens zo’n moment, want hij is al eens blijven zitten. Die is daar gewoon een beetje bang voor.

31. Heb je voldoende en adequate hulpmaterialen voor handen om deze kinderen goed te kunnen helpen?
Ik denk dat het grootste probleem is tijd. Want je loopt er toch vaak tegenaan, zoals vandaag. Het was fijn dat jij even wat sommen met Boyd ging doen, want ik had er hier ook nog 5 die niet verder konden. En de man kracht. De materialen zijn er.

GEDRAG EN WERKHOUDING

32. Welke aanpak heb je voor leerlingen met gedrags/werkhoudingsprobemen?
We hebben het beloningssysteem voor die twee.

33. Ben je tevreden over die aanpak?
Het werkt. In het begin waren wij er zelf ook nog veel meer met hun mee bezig. Nu mogen ze het wat meer zelf doen. Ze weten het wel. Ze worden er steeds aan herinnerd. Aan het eind van de week op terug gekeken. Dat is in ieder geval wel de bedoeling.

OUDERS

34. Hoe ervaren de ouders van leerlingen met specifieke behoeften de problemen van hun kind op school?
Ik denk dat de meeste ouders kwa leerprestaties wel al weten wat ze van hun kind een beetje kunnen verwachten. En sommige zitten daar heel erg achteraan. O geef maar wat extra werk mee, dan willen we dat wel even thuis oefenen. Zodat we der omhoog kunnen halen. Sommige ouders hebben zo iets van zij gaat geen 10-en halen dus we laten het maar zo. Het is dus heel wisselend eigenlijk. Ook kwa gedrag. Als hun kind 1x iets fout doet, dan heeft het kind gelijk straf, maar bij sommige ouders kan je praten wat je wilt dat het niet lekker gaat in de klas. Maar die staan dan eigenlijk niet achter je. En dan heb je der ook niet zoveel aan.

LEERLINGEN MET SPECIFIEKE BEHOEFTEN

35. Wie van die kinderen ervaar je als erg zwaar?
S is wel pittig.

36. Kun je in het kort omschrijven wat het probleem is?
Hij heeft ADHD en heeft er medicatie voor. Je kunt wel zien dat het ‘s morgens nog niet echt is ingewerkt. En rond half 2 is het uitgewerkt. Maar de rest van de dag gaat het erg goed. Hij kan dan goed mee doen. Maar buiten die tijden, dan blijf je em op z’n plek terug planten en blijf je em corrigeren.

37. Is er voor die leerling(en) een adequaat handelingsplan voor in de klas aanwezig? Zo ja, hoe ziet dat handelingsplan eruit? Zo nee, waarom niet?
We werken met een beloningssysteem. We hebben de handelingsplan hierin verwerkt. Er staat niet specifiek in beschreven wat we met hem doen, maar wel waar we met hem aan werken. We werken niet meer met een individueel handelingsplan.

38. Komt jouw lesgeven of lesplezier door die leerling(en) onder druk te staan?
Soms kan dat wel zijn invloed hebben op de les en ook op de andere kinderen. Op een gegeven moment is het ook klaar. En dan moet hij ook gewoon naar een andere klas. Bij hem is die grens alleen weer net iets anders dan bij een ander kind. Om dat je ook gewoon weet waarbij het bij hem aan ligt. Niet dat hij een eigen behandeling krijgt, dat ook weer niet. Maar wel iets soepeler.

39. Ervaar je het aantal leerlingen met specifieke behoeften in de klas als te zwaar om adequaat les te geven?
In deze groep niet!

40. Vind je wel dat die kinderen op jouw school of in jouw klas thuis horen?
Eh ja, zoals ik nu naar hem kijk. Dan red hij het hier wel zo, maar als ik kijk naar de afgelopen jaren. Er is veel met de medicatie gerommeld.
Z is doorverwezen, maar dat wilden zijn ouders niet.
Er is geen tijd om al deze kinderen goed te begeleiden.

DE INTERN BEGELEIDER (IB-er)

41. Welke taak / rol heeft de IB-er hier op school?
Anja is de IB-er. Twee dagen per week. We bespreken met haar de kinderen en de vragen die we hebben met haar. Als er kinderen doorverwezen moet worden. Dus eigenlijk is zij veel steun voor ons.

42. Voel je je als groepsleerkracht voldoende ondersteund?
Ja. Het kan nu natuurlijk altijd meer. Een rt-er.
De ouderparticipatie is wel hoog, maar dat verschilt per groep. 

Doorzoek de website

© 2012 Alle rechten voorbehouden.